Geschiedenis

Het genootschap werd 17 april 2000 opgericht door Herbert Dikken, Walfried van Egeraat, Hubert Koevoets en Jacques Niederer. Zij liepen al langere tijd rond met het idee een betekenisvolle invulling te geven aan de schaarse vrije tijd waarover wordt beschikt. Een en ander resulteerde in de oprichting van De Heeren van Bergen. Doelstelling van het genootschap is bijeenkomsten te houden met een hoog niveau van gezelligheid en die leiden tot verbreding van de persoonlijke horizon in de meest uitgebreide zin des woords. Kortom, de Heeren van Bergen hebben als doel het nuttige met het aangename te verenigen.

Geschiedenis van ‘oude’ De Heeren van Bergen

Vanaf het midden van de l3de eeuw tot 1801 werd Bergen op Zoom geregeerd door de Heeren van Bergen. Bergen op Zoom was tot 1287 een onderdeel van de veel grotere Heerlijkheid van Stad en Land van Breda. Dat gebied werd toen als gevolg van een erfeniskwestie in tweeën gedeeld, waarbij Gerard van Wezemaal Bergen op Zoom kreeg toegewezen. Hij noemde zich overigens ook Heer van Wouw welke titel later door geen van zijn opvolgers nog is gebruikt. Het genoemde jaartal 1801 is overigens arbitrair. Reeds in 1795 (de inval van de Franse republikeinse troepen) raakte de Markies zijn souvereiniteitsrechten, zijn gezag als grote baas, kwijt aan de Bataafse Republiek. Dit is bevestigd in vredesverdrag tussen Frankrijk en Bataafse Republiek in Den Haag op 16 mei 1795.Zijn overige rechten en eigendommen aan land, water, boerderijen, polders, huizen enz. bezat hij nog. Op 2 maart 1801 kwam het tot een vergelijk en werd de Bataafse Republiek eigenaar van de markgrafelijke goederen voor de toen forse som van 1.500.000 euro. De titel ‘Markies van Bergen op Zoom’ berust sedertdien bij de Staat der Nederlanden en dus niet bij de Oranjes.

De eerste Heer van Bergen was Gerard van Wezemaal. Na hem regeerden de families Van Boutersem, Van Glymes, Van Merode, Van Wittem, Van Bergh, Von Hohenzollern, de La Tour d’Auvergne en Von Palts-Sulzbach. Deze namen komen we nog steeds tegen in de naamgeving van straten in Bergen op Zoom. De macht van de Heren en de Markiezen van Bergen op Zoom berustte behalve op hun souverein gezag hoofdzakelijk op hun uitgestrekte en rijke bezittingen.

Voorspoed

Het geslacht Van Glymes bracht Bergen op Zoom grote voorspoed. Dit geslacht is mede daardoor – en door de levenswijze van de vermaarde Jan van Glymes, bijgenaamd Jan Metten Lippen – het meest bekend geworden. Onder leiding van het huis Van Glymes werd de Heerlijkheid van Stad en Land van Bergen op Zoom uitgebreid. Er werden andere Heerlijkheden verworven – ook beneden de staatsgrens met het huidige België – en er vonden aanzienlijke ontginningen en inpolderingen plaats. De vestingwerken werden uitgebreid en er was ook veel nieuwbouw in de stad waaronder het vergroten van de stadswoning van de Heren: het ‘Grote Hof’ (dat heette toen uiteraard nog geen Markiezenhof, ) uitgevoerd door de befaamde architecten Anthonis en Rombout Keldermans.

Heer Jan III van Glymes, zoon en opvolger van Jan Metten Lippen, stond hoog aangeschreven bij het Hof in Brussel, was een vertrouwensman en belangrijke adviseur voor de Bourgondische vorsten (Philips de Schone, keizer Maximiliaan, keizer Karel V) en genoot daardoor ook in het buitenland veel aanzien. Bergen op Zoom was dank zij hem vaak het middelpunt van belangrijke gebeurtenissen en hij ontving dan ook veel hoge buitenlandse gasten in zijn Bergse paleis en op zijn kasteel in Wouw.

Markiezenstad

Het zijn dan ook vooral de verdiensten geweest van Jan III, dat keizer Karel V de Heerlijkheid van Stad en Land van Bergen op Zoom in 1533, kort na de dood van Jan III, verhief tot Markgraafschap (= Markiezaat) en de Zuidnederlandse heerlijkheden van de familie verenigde tot het Graafschap Walhain. Hierdoor werd Jans zoon en opvolger, heer Antonis van Glymes, de eerste markgraaf of markies van Bergen op Zoom. De benaming Heer van (Stad en Land van) Bergen op Zoom werd sedertdien niet meer gebruikt.